Gaan of niet gaan: dat bepaal je zelf. Wij geven je – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen. We brachten deze keer een bezoek aan het TextielMuseum in Tilburg, waar momenteel de tentoonstelling ‘Rode draden / oude en nieuwe verhalen in kunst en design’ te zien is.
‘Op het eerste gezicht zag ik een bloem. Vervolgens zag ik genitaliën. Echter niet maar één paar, maar zowel mannelijk als vrouwelijk. Hoe langer ik naar dit werk kijk, hoe meer het symbool en de betekenis voor mij veranderen. Toen ik de titel Christ Ascending las, probeerde ik Christus of een kruis te vinden maar ik dacht alleen maar: “Nou, ik zie het niet”. Ik zie ofwel een bloem, of een seksorgaan of een bloem in de vorm van een seksorgaan,’ aldus Johana, stagiaire bij het TextielMuseum. Ik luister naar haar stem via de audiotour, terwijl ik naar het werk Christus Hemelvaart van Christine van Zeegen kijk, een geborduurd kunstwerk uit de vaste collectie van het TextielMuseum. Op het eerste gezicht zie ik een wel erg suggestieve vorm afgebeeld in rood draad. Gelukkig stelt Johana me gerust: ik sta er niet alleen voor met mijn dirty mind. De figuur op het geborduurde werk van Christine van Zeegen neemt een loopje met onze fantasie: van fallus naar bloem en van vliegende gans naar de onderkant van een rog met een geniepig lachje, en weer terug naar de genitaliën. Het werk is in ieder geval voor meerdere interpretaties vatbaar. En laat dat nou exact het onderwerp zijn van de expositie Rode draden / oude en nieuwe verhalen in kunst en design: interpretatie.
Rode draden is een mix uit de collectie van het Textielmuseum. Bijzonder is dat naast de conservator ook andere museummedewerkers in de collectie mochten grasduinen om een werk uit te kiezen dat hen het meest aansprak. Het resultaat: oude makers hangen naast nieuwkomers, er is toegepaste kunst en autonome kunst, en de onderwerpen variëren van mythologische en bijbelse verhalen tot actuele problematiek over seksualiteit en gender. De eigen interpretatie van de museummedewerkers is te beluisteren via een audiotour, waarin ze toelichting geven bij het gekozen werk. Bij Rode draden is het echter niet de bedoeling dat je je slaafs door de audiotour laat leiden. Het TextielMuseum daagt je als bezoeker uit zelfs eens goed naar de werken te kijken: wat betekent de penisvormige Hemelvaart voor mij? En meer algemeen: welke verhalen zie jij in de kunstwerken?
+ | Textielkunst heeft bij sommigen (lees: mij) een wat stoffig imago (you see what I did there?). Ik denk vaak meteen aan middeleeuwse wandtapijten en goudbrokaten jurken. Maar in het Textielmuseum ontdek je dat deze kunstvorm nog lang niet weggemoffeld hoeft te worden tussen de mottenballen. Naast de oude kunstwerken vind je ook jonge makers die interessante verhalen aan elkaar hebben geweven. Er is flink geborduurd, gestikt en genaaid over actuele onderwerpen als gender, onrealistische schoonheidsidealen en vrouw-zijn. Neem de jas van kunstenaar Yamuna Forzani; mega oversized met felle kleuren, tekst en psychedelische patronen. De stijl van Forzani is hip, sexy en stoer, maar bovenal: het ondermijnt genderstereotypen; de jas is namelijk door iedereen te dragen. Als lid van de ballroom scene put ze inspiratie uit deze subcultuur van de LHBTQI+ community; haar stukken staan symbool voor persoonlijke expressie. Hella Jongerius snijdt een ander maatschappelijk onderwerp aan met haar werk Do you like my gucci sweater? Op een tafel ligt een wit tafelkleed. Op het eerste gezicht lijkt het een normaal wit tafelkleed. maar wanneer je goed kijkt ontdek je een patroon van glimmende en matte stof. Een stel puntige heupbotten met daarnaast een lijst gerechten en bijbehorende calorieën. Hiermee levert ze kritiek op de door schoonheid geobsedeerde maatschappij waar wij in leven. Boven de tafel hangt een waslijn met kleine kaartjes; bezoekers krijgen de kans om zich uit te spreken over schoonheidsidealen. Er worden persoonlijke verhalen gedeeld over het eindeloze gevecht met gewicht, de schaamte voor flaporen of pesterijen over de manier waarop je er uit ziet. Zoveel kan een kunstwerk dus losmaken als je er even wat langer bij stilstaat.
+ | Naast al het jonge talent weten de ‘oude besjes’ de expositie ook enorm te verrijken. Als klein kind verslond ik verhalen als Floddertje en Jip en Janneke, geschreven voor Annie M.G. Schmidt en prachtig geïllustreerd door Fiep Westendorp. Mijn aandacht wordt dan ook direct getrokken door een stuk waarop ik haar herkenbare tekenstijl herken. Echter duurt het niet lang voordat mijn romantische trip down memory lane wordt afgekapt. De museummedewerker in mijn oor wijst mij op het onderwerp van dit werk: de ideale huisvrouw in de jaren 50. Het motief bestaat namelijk uit een vrouw in een schoonmaakschort, die kookt voor man en kind, schoonmaakt, opruimt en de was doet. Kort nadat dit stofje werd ontworpen door mijn jeugdheldin Westendorp brak de tweede feministische golf uit en werden er vraagtekens geplaatst bij de huiselijke rol die toegeschreven werd aan vrouwen. Gelukkig proberen we tegenwoordig niet meer onze jonge dochters te indoctrineren met uitsluitend voorbeelden van typische huisvrouwen. De frisse blik van de museummedewerker laat zien wat een historisch kader met de betekenis van een werk kan doen: het is nog steeds een mooi gemaakt werk, maar de waarden ervan zijn ancient history. Met die gedachte in mijn achterhoofd maak ik nog een rondje langs de hedendaagse werken: hoe zal men hier over 70 jaar naar kijken?

Dit artikel verscheen op 22 juli 2020 als GO | NO GO op de website van De Kunstmeisjes
foto: Jussi Tianinen